32. Faalkunst
€ 5,00
Kerntekst
Een jonge monnik kwam eens bij zijn overste: ‘Vader’, zei hij, ‘ het is beter dat ik het klooster verlaat,, want ik heb duidelijk geen roeping om monnik te zijn.
Toen de oudere monnik hem vroeg waarom, antwoorde hij: ‘Ondanks dat ik me voorneem om dagelijks goedgehumeurd, kuis en sober te zijn, blijf ik maar zondigen. Daarom voel ik me niet geschikt voor het kloosterleven.’
Vader abt keek hem vol liefde aan en zei: ‘Broeder, dit is het monastieke leven: ik sta op en ik val, ik sta op en ik val, ik sta op en ik val en ik sta weer op.’
De jonge monnik bleef en hield vol.