Elisabeth J. Stoffer

 

Als kind las ik ‘Alleen op de wereld’. Ik was heel diep onder de indruk. Wat magisch als je meegaat op reis in een verhaal en je het voor je gevoel zelf beleeft. Er is geen foto te vinden van mij zonder boek of tijdschrift in mijn hand. Steevast kreeg ik van mijn oma een boek op mijn verjaardag. Het schrijven begon tijdens mijn tienertijd. Kalverliefdes en pubertijd-problemen werden uitgebreid beschreven in een dagboek en de gedichten en oneliners stroomden gestaag uit mijn pen.

Lezen en schrijven hebben me ‘gepakt’. Gelukkig maar, mag ik wel zeggen. In de vele verschillende banen die ik heb gehad, bleef schrijven een rode draad. Verslagen van personeelsuitjes, personeelskrantjes vullen met gedichten en humoristische epistels, als ik mijn toenmalige collega’s mag geloven. Als correspondente bij de kabelkrant op de Veluwe mocht ik overal opaf stappen. Hier raakte ik grotendeels mijn verlegenheid kwijt. Een mooi voordeel want eenmaal woonachtig in Friesland mocht ik jarenlang recensies schrijven voor een theater en de meest interessante artiesten ontmoeten die ik mocht interviewen. Dat gaat niet als je niets durft te vragen… Wat een heerlijke baan was dat. Daarnaast heb ik altijd hobbymatig toneel- en theaterstukken geschreven en geregisseerd voor een amateurgezelschap met een heel klein rolletje voor mezelf.

Nu heb ik de stoute schoenen aangetrokken. Geen fantasieverhalen en absurde humor meer,

maar over mijn liefdevolle ouders geschreven. Echt gebeurd en van dichtbij beleefd. Ik durf!

Met schrijven verlies ik de tijd. Het allermooiste van schrijven vind ik is als je bereikt dat de lezer geraakt wordt, zijn of haar wereld vergroot en aannames en oordelen geheel of gedeeltelijk wegneemt. Als de lezer wellicht lichtvoetiger en getroost verder mag gaan, als het even kan met een glimlach… heb ik het mooiste doel bereikt. Zo dikwijls mocht ik dat zelf beleven tijdens het lezen van zovele boeken. Oh, wat heerlijk is dat!

                                                                                                                                                                                          Elisabeth

 

 

‘Oh, you wondrous creatures,

by what strange miracle

do you so often not smile?’

Hafiz

Van Elisabeth J.Stoffer bij Morgenland: